Dat winkelcentrum De Klop ooit een bruisende plek in Overvecht-Noord moet zijn geweest, vraagt veel van je inbeeldingsvermogen. Lang geleden zullen ondernemers er verwachtingsvol hun eerste zaak hebben geopend, maar van veel bedrijvigheid is vandaag de dag weinig sprake meer. De Klop is als een uitgebluste werknemer die nauwelijks meer functioneert maar daar niet op aangesproken wordt omdat hij toch bijna met pensioen gaat.
De meest in het oog springende winkel is de Lidl, die er veruit het meest netjes en modern uitziet. Dat zegt veel.
Naast de Lidl ligt een parkeerplaats met daaromheen winkels waarvan je lastig kunt zien of ze open zijn. Lisano’s Food drinks and more – sierlijke gouden letters op een zwart uithangbord – is dicht, zo te zien, net als Chin. Spec. Rest. China Dragon. Oh nee, toch niet. De deur staat open en achter de bar, waar doorzichtig plastic voor hangt, staat in het halfdonker een kleine vrouw. Ook geen klandizie in de naastgelegen Ngoc Nagel Studio vanmiddag, ondanks foto’s van vrolijk versierde nagels op de ruiten. De letters op het uithangbord van de winkel daar weer naast zijn zo vervaagd dat niet te lezen is hoe de winkel heet. Iets met kaas, vermoedelijk.
Boven de winkels bevinden zich kleine appartementen, versierd met oranje vlaggetjes. Een spandoek met de tekst ‘Het hol van de leeuw’ wappert in de wind. Sommige plekken zijn zo gesitueerd dat het er altijd waait en daar is De Klop er een van.
Veel winkelcentra zijn tegenwoordig zorgenkinderen en ook dat geldt voor De Klop. In recent onderzoek van de gemeente Utrecht staat dat het aanbod er schraal is en de kwaliteit slecht. Er moeten maatregelen komen om leegstand te verhelpen, vastgoedeigenaren moeten iets doen aan de uitstraling van de panden, er moet een buurtconciërge aangesteld worden en de buurtkamer moet blijven.
De buurtkamer is vandaag dicht. Er hangen wat oranje slingers achter de ruiten van het pand en een briefje waarop staat dat er nog mensen gezocht worden. ‘Wil je iets doen, meld je dan.’ Dat kan van alles zijn volgens het briefje: koken, dingen repareren of een praatje maken.
Een forse zestiger rolt traag voorbij op een scootmobiel waarmee hij samengesmolten lijkt te zijn. Hij groet een vrouw met hoofddoek en een kinderwagen.
Bij een van de auto’s op de parkeerplaats, ter hoogte van Vleescentrum Paradijs, staat een man een broodje te eten. Zijn buik komt onder zijn shirt vandaan. Het tweede broodje ligt te wachten op de motorkap.
Iets verderop staat een groepje naast een uitpuilende prullenbak. Een kale vijftiger in trainingspak drinkt bier uit een blikje en staart voor zich uit. Naast hem een man zonder voortanden in regenkleding, die met een man met een hoekige neus en een schoudertasje discussieert over zijn fiets. ‘Nee gast, deze is veel meer waard. Ze worden niet meer gemaakt hè’, zegt hij.
‘Vijftig euro’, probeert de man met de neus.
‘Nee, donder op.’
Nu richt de neus zich tot een magere vrouw met vettig haar. ‘En hoe zit het eigenlijk met die stereotoren?’
‘Daarvoor moet je bij een ander zijn’, zegt de vrouw. Ze neemt een slok uit haar glas wijn. ‘Jij wilde er eentje met cassettedeck en die van mij draait alleen cd’s.’
Ondertussen, het loopt tegen vijven, is het drukker geworden in het winkelcentrum. Mensen komen nog even snel boodschappen doen bij de Lidl. Het geluid van dichtslaande autodeuren, rammelende winkelwagens en optrekkende scooters.
En jawel… daar is zelfs een klant voor China Dragon. Een blinde man met gebogen rug zoekt met zijn stok de deuropening en stapt voorzichtig naar binnen. Maar al snel komt hij weer naar buiten. Vals alarm. Hij moest ergens anders zijn.