De afgelopen maanden heb ik veel thuisgewerkt en daardoor heb ik ook mijn eigen buurt wat beter leren kennen. Het studentenmeisje aan de overkant dat in haar eentje in haar kamer danst, de norse fietsenmaker met snor die testritjes op gerepareerde fietsen maakt, de stoet in wit geklede Eritreërs richting de kerk op zaterdagochtend.
Eén keer lag er een sekspop tussen de vuilniszakken aan de straat. Ik stond toevallig net buiten en de vuilnisjongen hield de pop bij haar haren omhoog. Ze had geen armen. ‘Het lijkt wel een sekspop’, zei ik. ‘Wajooo’, riep de jongen. ‘Hey moet je zien broer, een sekspop’, zei hij tegen zijn collega in de vuilniswagen. ‘Gadverdamme gast, gooi weg man, straks komt er nog sperma uit.’ De jongen liet de pop weer vallen en maakte nog snel een foto voor hij verderging.
Er was ook een keer een jongen die op zijn balkon ging staan met een saxofoon. Ik zette mijn raam open en ging zitten in verwachting van een heus coronaconcert. Na een paar noten ging de jongen alweer naar binnen. Ik bleef nog een tijdje zitten, maar hij kwam niet meer terug.
Altijd genoeg te zien
Ik woon aan de Vleutenseweg, een drukke straat en dat is in coronatijd best prima. Als werk even rustig is valt er buiten altijd genoeg te zien. Vanuit mijn appartement kijk ik uit op een rij jaren 30-woningen. De meeste gordijnen zijn deze middag dicht, sommige heb ik volgens mij ook nog nooit open gezien. In een van de huizen brandt licht. Het is een grijze dag. Aan de zijkant van het huizenblok een fietsenmaker en een buurtwinkel. Hier een daar in de straat een kale boom met een bosje fietsen er tegenaan.
Een stelletje loopt op de stoep, verscholen in de kragen van hun jassen, blazend in hun koffiebekers. Twee meisjes op het fietspad dragen mutsen in pastelkleuren en grote sjaals. Een van hen heeft een zachte achterband.
Er landen twee meeuwen. Een man in witte jas met bontkraag, handen in de zakken, loopt met driftige pas langs de huizen en bekijkt zichzelf in elke ruit. Een meisje dat bij een jongen achterop de fiets zit legt haar hoofd tegen zijn rug. Ze komen allemaal voorbij: vrouw op bakfiets, maaltijdbezorger met oranje jas, man met baard en koptelefoon, scooterrijder zonder helm. En veel Mini Coopers, valt me op.
Witte bestelbus met zwarte vlekken
Voor het verkeerslicht stopt een witte bestelbus met zwarte vlekken. The Doggyman, hondenuitlaatservice en gedragstherapie. Een plastic zakje waait een halve meter vooruit. Een oude man met pet die bij elke stap iets door zijn heupen lijkt te zakken, maakt ruimte voor een vader en zijn kind op loopfiets.
Het geluid van een sirene in de verte. Een elektrisch boodschappenautootje stopt en een jonge vrouw stapt uit. Routineus zet ze rode en grijze kratjes op een steekkar. Het is een kleine bestelling. Een lange man in overall met verfvlekken, kaal en met een bril op zijn voorhoofd, stapt een woning uit. Hij steekt een sigaret op en kijkt de straat rond. Het geluid van de sirene sterft weer weg.
Dan een inkomende mail, ik moet weer aan het werk. Maar eigenlijk had ik nog wel uren zo kunnen blijven kijken.