De vele tegels en bakstenen in Ondiep absorberen de warmte, waardoor de lucht aan het einde van de straat een beetje trilt. Een scootmobiel komt de hoek om gescheurd. Een oude man met een grote witte cowboyhoed op groet met een hoofdknikje. Uit de boxen op zijn voertuig klinkt luid radioreclame. Spaar voor de juichcape. Het EK moet aan de man gebracht worden.
De gezapige oefenwedstrijd van gisteren zal de oranjekoorts niet meteen hoger hebben gemaakt. Het is zeven jaar geleden dat we voor het laatst aan een eindtoernooi meededen en ik kan me niet meer precies herinneren hoe het eerder altijd was, een week van tevoren, maar voor mijn gevoel leeft het allemaal wat minder dan andere jaren. Kan nog veranderen, hoop ik maar.
Het is rustig aan het begin van de middag in deze volksbuurt die een beetje aanvoelt als een dorp. Cafetaria Huang heeft geen gasten, de uitnodigend wapperende Coca-Colavlag ten spijt. Een oudere dame met een geruite boodschappentas op wielen schuift voorbij kapsalon Haar Boutique, waar een geblondeerde vrouw met een zwarte jurk aan buiten een sigaretje rookt. Ze heeft een tatoeage in haar nek. De deur van de kapsalon staat open. Binnen praten vrouwen op luide toon om boven het geblaas van haardrogers uit te komen.
Bij Nico en Greet, zoals het naambordje bij de voordeur aangeeft, wordt een koelkast afgeleverd door twee Poolse mannen met een kleine vrachtauto. Een vrouw rijdt voorbij op een scooter met een plant onder haar arm, ze toetert naar een man die onder zijn auto ligt te sleutelen. Hij stoot zijn hoofd en vloekt.
Ik loop de Vlierboomstraat in en ineens zie ik de eerste voorzichtige symptomen van oranjekoorts. Tussen en langs alle huizen in de straat hangen oranje vlaggetjes. Bij een aantal huizen staat een partytent voor de deur. Er hangen Nederlandse vlaggen en spandoeken met teksten als ‘wij houden van Oranje’ en ‘hup Holland hup’. De Boeddha’s achter de ramen hebben een oranje slinger om hun nek gekregen.
Voor een van de huizen zit een forse vijftiger op een plastic stoel. Hij draagt een hemd, waardoor je de vervaagde tatoeage op zijn gebruinde bovenarm ziet. Op zijn kale hoofd parelt zweet. Hij roept iets naar een meisje dat voorbijrijdt op een scooter en neemt een slok van zijn koffie met flink veel melk.
Hij vindt het gezellig dat er weer eens vlaggetjes hangen en heeft op zich wel zin in het EK, ‘maar ze motten het nog maar wel waarmaken, gister was niet om aan te gluren’.
Tijdens wedstrijden van Oranje staat de hele straat buiten, vertelt de man. ‘Dan zetten mensen hun tv voor het raam en staan we op de stoep met een biertje en soms een barbecuetje.’ Je krijgt er haast zin van om voetbal te kijken in Ondiep. ‘Maar as ze eruit leggen, dan is die hele flikkerse bende zo weer weg’, waarschuwt hij er meteen achteraan. ‘Dan is het gelijk uit met de pret. Nou ja, we gaan het zien. Fijne avond nog.’