We maken de laatste tijd niet veel mee, maar deze week gebeurde er eindelijk weer iets. De buurtwinkel aan de overkant van de straat kreeg een nieuwe naamsticker! Ja ja. Een man met een ladder plakte de sticker op het bord boven de winkelruiten en stukje voor stukje kregen we te zien wat erop stond.
De oude sticker was ook wel aan vervanging toe, want hij liet los en was niet meer van deze tijd: gewoon een wit vlak met blauwe letters.
Op de nieuwe sticker had duidelijk een vormgever z’n best gedaan. Een blauwe achtergrond met daarop in zwarte letters ‘Buurtwinkel’ en in rode letters ‘Nieuw Engeland’. Met verloop van kleur erin, rechtstreeks uit WordArt. Links van de tekst een boodschappentas waar een stokbrood uit steekt. De ondertitel: daglijks vers brood vlees zuivel en natuurlijk diverse bio producten. De spelfout en het gebrek aan interpunctie ontroerden me.
Buurtwinkel Nieuw Engeland is ook helemaal geen winkel voor een gelikte banner. Het is een gezellig rommelig hok, dat zich makkelijk laat onderschatten op basis van eerste indruk.
Je komt de winkel binnen via een gammele schuifdeur. Het ruikt er naar kruiden waarvan ik de naam niet ken. Witte tegels op de vloer, tl-balken aan het plafond. Er staan meer stellages dan je denkt dat zouden passen in deze ruimte, elk hoekje is benut. De rekken staan dicht op elkaar en zijn volgepakt tot aan het plafond. Als iemand je wil passeren moet je eerst het gangpad uit.
In de broodhoek staat een snijmachine waarvan ik me afvraag of hij nog werkt. En er ligt brood dat zo hard is dat ik me afvraag of het überhaupt nog snijdbaar is. De koelingen liggen vol met yoghurt, kip en bakken met olijven en roompepers. Een ventilator rammelt in de hoek.
Ik kom er regelmatig, want de winkel is tot in de nacht open (voor de avondklok althans) en je hebt er bijna alles. Ook producten die je totaal niet verwacht. Lenzenvloeistof bijvoorbeeld, of stofzuigerzakken. Handschoenen. Houtskool. Orgasmegel. En een uitgebreid wijn- en speciaalbierrek. Zelden was een bezoek tevergeefs. Nadeel: alles is vrij duur. En persoonlijk zou ik er geen versproducten halen.
De eigenaar is een Syriër. Denk ik, want ik heb het hem nog nooit gevraagd. Iemand zei dat ooit tegen mij. Hij is vaak ook te druk voor een praatje. Meestal is hij op opgewonden toon aan het beeldbellen en kijkt hij niet eens op als je je boodschappen op de lopende band – die nooit loopt – legt.
De kassa is een oud bakbeest uit vervlogen tijden. Dikwijls werkt het ding ook niet. Dan haalt de eigenaar het product langs de scanner en begint de kassa kneiterhard te piepen, waarna de man razendsnel een code intypt en de kassalade opengaat. Die lade duwt hij dan weer dicht, waarna hij het product opnieuw scant. Meestal mislukt het nog een keer en typt hij gewoon het af te rekenen bedrag in op het pinapparaat. Als je betaald hebt kijkt hij even kort op van zijn telefoon en zegt hij vriendelijk ‘tozziesfijnavondaag’ – ook als het nog ochtend is.
Zoals gezegd: je hebt er bijna alles. Toen ik een keer vrienden op bezoek had en de rum op was, ging ik op hoop van zegen naar de buurtwinkel (de buurt, voor insiders). ‘Roem?’ De eigenaar keek even vluchtig naar links en rechts, bukte, rommelde wat onder de toonbank en kwam weer omhoog met een stoffige fles rum van een of ander Duits merk. ‘Tasjebij?’
Een echte ondernemer met een heerlijk authentieke winkel aan de Vleutenseweg.